Kerstkoekjes bakken

Kerstkransjes: een heerlijke traditie. Lekker om zelf te maken. Of gezellig samen met de kinderen. Hierbij een recept voor kerstkransjes (of in welke vorm dan ook). Hang ze op in de kerstboom. Of doe ze in een luchtdichte zak en in stevige enveloppe of laag doosje en stuur ze coronaproof naar opa en oma!

Ingrediënten

  • 250 gram bloem
  • 160 gram (room)boter
  • 120 gram basterdsuiker
  • 1 ei
  • 1 eetlepel rasp van een (ecologische) citroen
  • 1 theelepel bakpoeder
  • 1 ei voor het bestrijken van de koekjes
  • een beetje (kandij)suiker om over de koekjes te strooien
  • geschaafde amandelen

Aan de slag

Verwarm de oven voor op 190° graden.

Meng de boter, de suiker, de citroenrasp en het ei in een kom. Voeg geleidelijk de bloem en het bakpoeder toe. Kneed dit tot een soepele bal.

Pak het deek in in plastic folie en leg het een uur in de koelkast om op te stijven.

Na het opstijven het deeg nog even kneden. Rol het deeg vervolgens uit op een met bloem bedekt aanrecht tot ongeveer 4 mm dikte.

Steek de koekjes uit met een speciale koekjesvorm of gewoon met een glas. Maak een gaatje in het midden, zoals bij een traditionele kerstkrans. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld een appelboor.

Leg de koekjes op een met bakpapier beklede bakplaat.

Bestrijk de koekjes met een losgeklopt ei. En bestrooi ze met geschaafde amandelen en wat (kandij)suiker.

Bak de koekjes in ongeveer 15 à 20 minuten mooi lichtbruin.

Plaats een reactie